Slijpbanken zorgen voor scherpe messen en dus voor het mooiste maaibeeld

Een van de onderwerpen waaraan onze gasthoofdredacteur Ben Hooper aandacht wil schenken, is de slijpmachine. Op de Nederlandse markt zijn de merken Foley en Bernard toonaangevend. In het verleden was er ook nog het merk Neary, maar dit is opgegaan in Foley. Ook zijn er nog enkele machines actief van de merken Jupiter en Ettrich.

Hoewel kooimaaiers een enorme ontwikkeling hebben doorgemaakt sinds de uitvinding ervan in 1830 door Edwin Budding, is de essentie van een maaimachine niet veranderd. Dit is en blijft een cilinder met messen die langs een basis draait, zodat elk grassprietje op een vooraf vastgestelde hoogte afgesneden wordt. Om te zorgen dat machines hun werk goed kunnen blijven doen, is onderhoud pure noodzaak, vooral het slijpen van de messen, ook van het ondermes.
Wie zijn messen niet slijpt, loopt het risico dat hij de grasplant flink beschadigt, met alle gevolgen van dien. Het bladweefsel wordt door een bot mes niet mooi afgemaaid, maar als het ware afgeknepen. Het gras wordt uit elkaar gerukt en scheurt. Het wordt door deze ‘slechte snee’ onder andere bevattelijker voor schimmels. Botte messen leiden ook tot een soort slechte ‘schaarbeweging’, terwijl de ouderwetse zeisbeweging het gras snijdt en daardoor minder cellen van de grasplant beschadigt. Bij een kooimaaier maakt vooral de snelheid waarmee de snijrand het ondermes raakt het verschil tussen ‘schaar’ en ‘zeis’. Een goed geslepen en afgestelde maaier maakt een zeisachtige maaibeweging die vier keer zo snel is als een botte, slecht afgestelde snijcilinder.

Wie met een microscoop inzoomt op gemaaid gras, zal zien dat slecht geslepen grasmaaiers het gras achterlaten met ‘bloedende’ randen

Een maaibeurt heeft dus grote invloed op de algemene gezondheid van het gras. Wie met een microscoop inzoomt op gemaaid gras, zal zien dat slecht geslepen grasmaaiers het gras achterlaten met ‘bloedende’ randen. Een goed geslepen snijcilinder resulteert in minder schade. Het gras is daardoor minder vatbaar voor ziekteverwekkende infecties en er is ook sprake van minder verdamping vanuit de plant. Het gras kan hierdoor meer voedingsstoffen inzetten om te groeien, omdat die niet nodig zijn om te herstellen.
Scherpe messen zijn dus essentieel om goed te kunnen maaien. Van zestig procent van alle op Nederlandse golfbanen aanwezige kooimaaiers worden de messen geslepen door aannemers, omdat zij ook het onderhoud doen. De overige veertig procent van de golfbanen (onder andere The Dutch, Bernardus en Zeewolde) slijpt zijn maaimessen zelf of laat dit door een lokaal tuin- en parkbedrijf uitvoeren, is de schatting van Arjen Spek van Milati Grass Machines. ‘Degenen die dit zelf uitvoeren, doen dit om hun kooien continu scherp te houden en niet afhankelijk te zijn van de agenda van een andere partij’, weet hij. Milati Grass Machines is de importeur van marktleider Foley voor de Benelux. Daarnaast is Spek op persoonlijke titel fabrieksvertegenwoordiger van dit merk in heel Europa en het Midden-Oosten. Op jaarbasis verkoopt hij ongeveer honderd slijpbanken, waarvan een handvol in Nederland. Een set slijpbanken, een voor de kooi en een voor het ondermes, vergt een investering van 25.000 tot 60.000 euro. De levensduur is ongeveer tien tot vijftien jaar.

Presentaties
Spek deelt zijn kennis over slijpen graag met greenkeepers tijdens de presentaties die hij in zijn werkgebied geeft. ‘Dit zijn zeker geen verkooppraatjes. Op basis van diverse onderzoeksrapporten en OEM-specificaties zet ik uiteen wat er bekend is over bijvoorbeeld maaihoogtes, het afstellen van maaikooien en de hoeveelheid afsnijdingen per meter. Het is een heel neutraal verhaal, waaruit uiteindelijk blijkt dat slijpen volgens de fabrieksspecificaties belangrijk is’, verduidelijkt hij. Laat dat laatste nou net datgene zijn waarin Foley zich heeft gespecialiseerd. Spek: ‘Voor mij is het dan natuurlijk wel een inkoppertje.’
Die specialisatie van Foley is historisch gegroeid. Even in vogelvlucht de marktontwikkeling van de slijpbanken. Tot de eeuwwisseling werd bij kooimaaiers, die bestaan uit een snijcilinder en een ondermes, alleen de snijkant aan de voorkant scherp gemaakt. De achterhoek werd nooit geslepen. Dit gold voor alle bekende merken, zoals Toro, John Deere en Jacobsen. Na 2000 veranderde dit door de komst van hybride en elektrische machines op de markt. Spek: ‘Het vermogen om te maaien werd toen steeds belangrijker. Vanaf dat moment steeg de verkoop van Foley-snijbanken enorm, omdat Foley de enige was die ook de achterhoek kon slijpen. Dat is heel belangrijk voor de maaikwaliteit.’

‘Foley bedacht een makkelijk te bedienen machine, waarbij de gebruiker via een touchscreen met bewegende beelden precies ziet wat hij moet doen’

Concurrent Bernard legde zich toe op de snelheid van het slijpen en de banken van dit merk kunnen alleen rondslijpen. In de jaren negentig leidde dit tot een groot marktaandeel. Foley maakte echter banken die als enige maaiers van de genoemde topmerken kunnen slijpen volgens de fabrieksspecificaties en is daardoor marktleider geworden. Spek: ‘Alle merken leveren hun kooien met cilindrische messen en met een achterhoek, omdat dit het beste maaibeeld oplevert. Bij onderhoud moet dat zo blijven en heb je dus de juiste slijpbank nodig. Foley bedacht een makkelijk te bedienen machine, waarbij de gebruiker via een touchscreen met bewegende beelden precies ziet wat hij moet doen.’

Gevoel
Ambachtelijke kennis is dus niet meer echt noodzakelijk om te kunnen slijpen, maar het is ook weer niet zo dat iedereen het kan. Spek: ‘Het verhaal eromheen is nog wel ambachtelijk, zoals de controle vooraf en het afstellen achteraf. Je moet er wel gevoel voor hebben.’
Iemand die gevoel voor slijpen bezit, is hoofdgreenkeeper Paul O’Donoghue van The Dutch. Deze golfbaan had eerst slijpbanken van Bernard, maar is overgegaan op Foley, omdat de onderhouders van de baan willen slijpen volgens de fabrieksspecificaties.

Bot mes
O’Donoghue: ‘We maaien de greens van The Dutch extreem kort, op 2,75 mm. Zo houden we een sublieme baan. Daar hebben we wel een kooimaaier met vlijmscherpe messen voor nodig. Zijn de messen niet scherp genoeg, dan maai je het gras alsof je jezelf scheert met een bot mes. Je huid raakt geïrriteerd. Zo gaat het ook met gras; het wordt letterlijk ziek. Daarom slijpen we regelmatig de messen om het gras gezond en sterk te houden.’
Het slijpen van messen gebeurt op de meeste banen een tot vijf keer per jaar. Op The Dutch kennen ze geen vaste regel. Het hangt af van hoe het gras reageert en groeit. Dat betekent soms een keer per week, soms een keer per twee weken. ‘Daarom hebben we zelf een slijpbank in huis. De vorige slijpbank was aan vervanging toe. De technologie was inmiddels sterk verouderd. Op zoek naar een vervanger kwamen we uit op een Foley-slijpbank, op dit moment de meest geavanceerde machine die er op de markt te vinden is. Hij is gebruiksvriendelijk en heeft een fantastische slijpkwaliteit’, aldus de hoofdgreenkeeper.

Backlappen
Behalve het vakkundig slijpen met behulp van slijpbanken is ook het zogenaamde backlappen belangrijk, om de messen scherp te houden tussen de echte slijpbeurten door. Backlappen is eigenlijk te vergelijken met het ouderwetse steentje waarmee vroeger de zeis geslepen werd. Spek: ‘Backlappen heeft wel degelijk zin, als je het goed doet. Twee tot vijf minuten met de pasta aan de slag en het werkt perfect.’

Bron: Greenkeeper
Auteur: Wijnand Meijboom